Souvenirs van over de hele wereld

In het Overijsselse Kampen bewonen Judith en Robert-Jan een karakteristiek jarendertighuis. ‘Twee jaar geleden stond dit huis plots te koop’, vertelt Robert-Jan. Het huis werd van onder tot boven gestript. Plafonds, vloeren en muren verdwenen, net als oude leidingen en donkerbruine tegeltjes her en der.

Houten vloer

Tijdens de opbouwfase werden alle muren grof gestuct en behandeld met matte kalk- en krijtverf. Op de vloer kwamen eiken planken met een vergrijsde look. Ook de meubels selecteerden de bewoners op hun rustige karakter. Een strakke grijze bank en twee witte fauteuils houden de smalle zitkamer ruimtelijk en luchtig. Zo kunnen bijzondere woonaccessoires een terechte hoofdrol spelen. In de erker staat een groot, oud ornament uit Sri Lanka. Wie goed kijkt, ontdekt in de contouren een olifant. Op een kastje kijken twee bronzen Balinese beeldjes de kamer in.

Landelijke keuken

Twee werelddelen raken elkaar achter in de woning, waar een open leefkeuken begint. Hier staat een Indonesische kast met als deurhanger een antieke Marokkaanse ketting. Ertegenover staat een levensgroot Boeddhahoofd uit Indonesië. De verweerde steen steekt prachtig af tegen de sokkel, in een vorig leven een dukdalf. Het beeld wordt beschenen door licht van Marokkaanse hanglampen boven de eettafel. Een grote palmplant en bananenboom maken het oosterse sprookje compleet. Deze plek dicht bij de tuin is favoriet bij de bewoners. Zeker in het voorjaar, want zodra de zon schijnt, gaan de tuindeuren open. De smalle eettafel wordt dan in de lengte geplaatst, zodat binnen en buiten in elkaar overlopen. “Het terras is om die reden ook op hetzelfde niveau aangelegd”, vertelt Robert-Jan. “Buiten staan dan dezelfde rieten stoelen als binnen en ook de kussens komen daar weer terug. Zo wordt het huis ineens een stuk groter.”

Badkamer inrichten

De badkamer boven is ontworpen rondom een wasbak in de vorm van een uitgeholde kei. ‘We hadden allerlei plannen voor de badkamer’, vertelt Judith. ‘Maar toen we de wasbak zagen, lieten we die spontaan liggen. We vonden de kei zó mooi. De rest van de kamer hebben we toen in dezelfde, pure, stoere stijl ingericht. Later, tijdens onze reizen naar Bali, zagen we de wastafel grappig genoeg terug in hotels.’